Op 24 juni vond de formele start plaats van het rijksbrede experiment met internetconsultatie over wetsvoorstellen. Alle ministeries hebben zich verbonden om bij wijze van proef 10% van hun voorgenomen wetgeving deze nieuwe procedure te laten doorlopen. Mooi voorbeeld van door ICTU ontwikkelde ICT-voorziening, die daarna door de natuurlijk eigenaar (i.c. ministerie van Justitie) in beheer wordt genomen.
Drie sprekers markeerden het moment. Minister Hirsch Ballin liet doorschemeren dat hij persoonlijk vindt dat de overheid met haar tijd mee moet, maar kennelijk nogal wat ambtelijke koudwatervrees of zelfs weerstand heeft moeten overwinnen. Inspraak is er natuurlijk al, maar wisselend van vorm en niet structureel. Doel is transparantie van het wetgevingsproces en bijdragen aan de kwaliteit van wetgeving. Hij wees erop dat inbreng van buiten nodig is voor het moment dat het grondpatroon van de regulering vastligt.
De voorzitter van de TK-commissie voor Wetgeving, Marleen de Pater, ontpopte zich als de wandelende generatiekloof. In haar korte betoog passeerden alle gangbare vooroordelen en misverstanden de revue: niet iedereen heeft (tijd voor) internet, het persoonlijke contact verdwijnt, iedereen bemoeit zich er maar mee. Zij vreesde massale bemoeienis met actuele onderwerpen, zoals het wetsvoorstel over regulering topinkomens. Hoe om te gaan met al die, soms eenzijdige, meningen? Ze maakte de gedachtefout dat inspraak de marges voor de beslissers verkleint, en heeft niet begrepen dat je op deze wijze de eigen expertise kunt aanvullen met waardevolle inzichten van anderen. Zonder het te beseffen gaf ze trouwens antwoord op de door haarzelf opgeworpen vraag, of de kamer zich niet overbodig maakt….
De laatste spreker, Corien Prins van de WRR, sloeg de spijker op zijn kop met de provocerende stelling dat de straat aan het woord is. Gezag en autoriteit is niet meer vanzelfsprekend en iedereen wil meepraten. “Wettipedia” komt eraan. Dat stelt de overheid voor de uitdaging hoe je buitenstaanders met waardevolle ideeen bij je proces betrekt. Het gaat ook niet om de grote aantallen, maar om die ene (hopelijk zijn het er meer) waardevolle gedachte die precies de betere oplossing bijkt te zijn. Wetgever 2.0 kan te rade gaan bij de pijlers van web 2.0 (long tail, crowdsourcing en wikinomics).
In het programma was geen tijd voor discussie ingeruimd (!), dus resteren twee vragen:
- Bieden de wetsvoorstellen die nu in de procedure zitten nog voldoende ruimte voor bijstelling, m.a.w. hoe vast ligt het grondpatroon al? Is het eigenlijk wel web 2.0 als de overheid het moment en de reikwijdte van consultatie bepaalt (nee dus).
- Hoe past deze nieuwe consultatievoorziening in het toekomstige dashboard van de mondige burger die een selectie wil maken uit diverse nieuwe interactiemogelijkheden (naast eens in de vier jaar stemmen) waaraan o.a. Burgerlink werkt.